Ontdekkers en hervormers
(1500 - 1700)
In dit tijdvak verandert het mens- en wereldbeeld en krijgt men een nieuwe wetenschappelijke belangstelling. De mensen kijken kritischer naar wat zij geloven en er ontstaan splitsingen binnen het christendom. Ook worden allerlei uitvindingen gedaan, kunstnijverheid bloeit op en men gaat op ontdekkingsreizen. Er ontstaat een wereldwijde handelseconomie. Staatskundig is dit de periode waarin de Nederlandse Republiek ontstaat en zich afsplitst als onderdeel van een ander land. Dit gaat echter niet zonder slag of stoot, door oorlog en oorlogsdreigingen ontwikkelen veel steden van handelsstad naar vestingstad.
Bergen op Zoom groeit en bloeit mede door zijn Jaarmarkten. Ook Jan III en Jan IV van Glymes spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van Bergen. Beide markiezen zijn lid van het Gulden Vlies en hebben een belangrijke positie in de Nederlanden. De markiezen zorgen voor extra bekendheid, handel en bezoekers aan de stad. Ook geven ze de stad en groepen mensen vrijheden en bevoegdheden. Bekende mensen vestigen zich hier, zoals een later beroemd geworden Jacob Obrecht (componist/ zangmeester) en Jacob van Eyck (componist/beiaardier). Na een belegering schrijft een dichter uit Veere het “Merck toch hoe Sterck”, dat uitgroeit tot het ‘Bergs’ volkslied. Muziek speelt een belangrijke rol en misschien is dat wel de reden dat Bergen op Zoom zoveel muziekgezelschappen, bandjes en koren heeft.
Markiezenhof
Het Markiezenhof is een stadspaleis, een adellijke woning, in onze stad. Dit paleis werd rond 1485 gebouwd onder leiding van de familie Keldermans, in opdracht van de heer van Bergen op Zoom, Jan II van Glymes. Eerst woonde de familie Glymes in het kasteel van Wouw, maar is toen verhuisd naar Bergen op Zoom. Ze ontvingen belangrijke gasten uit heel Europa in de Hofzaal, met daarin de bekende Christoffelschouw, geplaatst in 1521.
In het Markiezenhof was ook een bakkerij, een bierbrouwerij, stallen voor de koetsen en paarden, een groentetuin, een kapel, een archiefruimte en natuurlijk woonruimtes voor alle bedienden. Eigenlijk was dit een klein ‘dorp’ in het midden van de stad. Daar was alles aanwezig wat de Markies en zijn familie nodig hadden.
Na het jaar 1795 had het gebouw geen functie meer als stadspaleis, maar werd het ziekenhuis voor het Franse leger. Vanaf 1815 werd het een militaire kazerne. In 1968 is gestart met een grote verbouwing van het Markiezenhof, wat wel tot 1987 duurde. Koningin Beatrix heeft toen het museum Het Markiezenhof geopend.
Bron: Werkgroep Jeugd
Merck toch hoe Sterck
Als je over het Beursplein loopt, zul je vast en zeker de notenbalk met muzieknoten en de tekst gezien hebben. Dit is een cadeau van dweilband De Pappegatters (33 jaar) aan de stad. Het lied zingen we regelmatig in Bergen op Zoom bij officiële gelegenheden, zoals Koningsdag.
Maar het is al veel ouder. De tekst (het gedicht) is geschreven door Adriaan Valerius. Het wordt gezongen op een melodie van een Italiaanse dans. Wie die twee zaken bij elkaar heeft gebracht is niet duidelijk, maar wel de reden waarom we het zingen. Bergen op Zoom werd in 1622 belegerd door de Spanjaarden. De Spaanse bevelhebber Ambrogio Spinola moest zich terugtrekken, het lukte hem niet om Bergen op Zoom te veroveren.
Misschien is dit ook wel de reden dat Halsteren anders carnaval viert dan wij. Halsteren heeft een Spinolaberg en noemen hun prins altijd Ambrosio.
Bron: YouTube
Vestingwerk
Een vestingwerk, ook wel fortificatie of verdedigingswerk genoemd, is een middel om een stad, een kasteel of zelfs een land te verdedigen tegen vijandelijke invallen. Een vestingwerk kan veel vormen hebben. Het kan variëren van een stadswal met stenen muren en torens, een omwalling van aarde met bastions en ravelijnen tot zelfs een complex van betonnen bunkers en tankgrachten.
Bij het Ravelijn (op den Zoom) kun je het vestingverleden van de stad nog goed zien. De ondergrondse gangen (kazematten) zijn de laatste overblijfselen van de beroemde Bergse vesting, die Menno van Coehoorn daar bouwde. Bergen op Zoom veranderde van handelsstad, naar vestingstad.
Ook in de “Verborgen Vesting” kun je nog een uniek, ondergronds kijkje nemen naar een mooi bewaard stuk vestingwerk, met o.a. een traptoren, ondergrondse galerijen en kruitmijnen.
Bron: Stichting In den Scherminckel