1000

Monniken en ridders

(500 - 1000)

Na de val van het Romeinse Rijk, bestond Europa uit vele kleine koninkrijkjes. Koningen en ridders bevochten elkaar om landsgrenzen. De grote steden liepen leeg, de geld economie (kopen/verkopen) stortte in. Het verkrijgen van voedsel gebeurde steeds meer op kleine schaal door te ruilen of zelf voedsel te verbouwen. Alleen binnen de kerk bleef de kennis van het schrijven/lezen en de wetenschap behouden. Het grootste deel van de bevolking leefde van wat het dagelijks bestaan als boer hen opbracht. 

In de tijd van de Friezen, Saksen en Franken was onze streek een deel van het Frankische Rijk (500-1000). Het is ook de tijd waarin het Christendom steeds verder opkwam. Zo behoorde Bergon (Bergen) in de zevende eeuw tot het grondgebied dat eigendom was van de abdij van Nijvel (België). De abdis van deze abdij was Gertrudis. Ook was hier een Uithof (bij de Hoogstraat) met een graanopslag waar het graan van de akkers bewaard werd. Aan de rand van de Schelde, vlakbij de Gertrudiskapel, was een ambachtscentrum. Er waren meerdere nederzettingen, onder andere waar nu Halsteren, Lepelstraat en Woensdrecht liggen.

Bikkelen

Marieke en Floris spelen met kiezelsteentjes en kleine kootjes van schapenbot (bikkels).
Tom denkt dat ze aan het knikkeren zijn. Dit is niet zo gek, want het lijkt wel een beetje op elkaar (van een afstandje). Als je dichterbij bent, zie je wel verschillen. Bikkelen deed je met één hand. Je gooide de bikkels omhoog en moest ze daarna met dezelfde hand weer opvangen. Bikkels die op de grond vielen, waren af. Als je twee handen gebruikte, was je ook af. Er waren natuurlijk meer ‘spellen’ zoals:

  • blindemannetje
  • bokspringen of haasje over
  • hinkelen
  • touwtje springen

Ook was er een spel dat men ‘tiepelen’ noemde.  Je speelt het met een halve bezemsteel en kleine stokjes. Je slaat de kleine stokjes met de bezemsteel weg, maar als ze gevangen worden ben je af. Je ziet het spel ‘tiepelen’ op de afbeeldingen, het lijkt wel wat op slagbal. Ken je ook andere spellen waarbij je met een houten voorwerp tegen een bal slaat?

Bron: Rijksmuseum Amsterdam -Twee jongens spelen het spel tiepelen-Harmen ter Borch-1650

Sinte Geertruida (Gertrudis)

Gertrudis van Nijvel, geboren in het jaar 626, was een heilige. Als jong meisje was ze al heel gelovig. Haar moeder stichtte de Abdij van Nijvel, een klooster voor nonnen. Op jonge leeftijd ging Gertrudis het klooster in. Toen ze 25 jaar was, werd ze abdis, ze werd dus het hoofd van dat klooster. In Bergen op Zoom hebben we nu nog steeds de Sint Gertrudisbron en Sint Gertrudiskapel. Je komt de naam Gertrudis ook op veel andere plekken in Bergen op Zoom tegen, weet jij waar? 

Volgens een oude legende zou de zoetwaterbron op de oever van de Schelde bij Bergen op Zoom ontsprongen zijn, doordat Sint Gertrudis op die plek haar staf in het zand zou hebben gestoken. Volgens verhalen heeft ze hier ook een kapel laten bouwen, maar dit weten we niet zeker. Sint Gertrudis is al eeuwenlang beschermvrouwe van onder andere Bergen op Zoom. Zij is de beschermheilige van de reizigers omdat ze veel reizen heeft gemaakt. Er bestaat een legende waarin Gertrudis met haar staf muizen verjoeg uit een stad. Daarom wordt ze ook aangeroepen tegen ongedierte, vooral ratten en muizen. Vaak zie je muizen op haar staf afgebeeld. Kijk maar eens goed naar het beeld van Gertrudis op de Peperbus.

Bron: Stichting Vastenavend

Video

Mantelspeld

Een mantelspeld is een gebruiks- en siervoorwerp. Vroeger gebruikte men een mantelspeld als een sluitspeld om kledingstukken zoals mantels en doeken vast te zetten. Er werden ook wel knopen gebruikt. Een mantelspeld wordt ook wel fibula (fibulae) of doekspeld genoemd. We gebruiken nu ritsen en ook nog steeds knopen en mantelspelden. Maar die noemen we nu veiligheidsspelden.

Meestal is een mantelspeld van metaal gemaakt. Ze bestaan in allerlei soorten en maten; bijvoorbeeld heel eenvoudig of in de vorm van dieren of rijk versierd met glas of zelfs edelstenen. Hoe meer versiering de mantelspeld had en hoe groter de speld was, hoe rijker de eigenaar was. 

Archeologen hebben in Europa zelfs fibulae gevonden die dateren uit de tijd van de Jagers en Boeren, ca 800 voor Christus. De Romeinen gebruikten vaak mantelspelden om bijvoorbeeld hun toga vast te zetten aan hun tunica. Steeds vaker werden de fibula’s rijk versierd of kregen zij een bijzondere vorm. Ook in de middeleeuwen was het een populair mode voorwerp om mee te pronken en waaraan je de belangrijkheid van iemand kon zien. Van gebruiksvoorwerp werd de fibula steeds meer een siervoorwerp.

De oudste metalen mantelspelden die in Bergen op Zoom gevonden zijn, komen uit de 10e of 11e eeuw, de vroege middeleeuwen dus. Ze zijn gevonden op Borgvliet en op Kijk in de Pot. We weten niet van wie ze geweest zijn. Maar metaal was erg kostbaar, dus zijn ze waarschijnlijk niet van arme mensen geweest. Dit denken we, omdat de gevonden ‘Bergse’ fibulae vrij klein zijn, maar een paar centimeter. Ook zijn ze versierd met emaille en gekleurd glas.

Bron: YouTube