Stadsbrand

De stadsbrand van 1397 is de grootste stadsbrand die Bergen op Zoom in zijn geschiedenis heeft getroffen. Op 17 mei 1397 werd de stad verwoest door een brand “die bijna gansch Bergen in een puinhoop deed verkeeren”. Hierbij gingen ook de stadsarchieven verloren. Er bleven weinig burgerwoningen gespaard, waaronder de huizen “de Olifant” en “de Draak”. Ook in 1444 was er een grote stadsbrand in Bergen op Zoom. Er staat een gedicht over deze brand op een binnenmuur van hotel De Draak:

In het soetste van de Meye
Was tot Berghen groot geschreye
‘t Verbrande alle stocken staecken
Behalve Oliphant en Draecke

Het voorkomen van brand was in middeleeuwse steden een voortdurende zorg. Behalve kerken, kloosters en enkele andere belangrijke gebouwen, zoals het Stadhuis, waren de meeste huizen van hout en bedekt met stro of dakspanen (houten plankjes). De kap van het dak reikte meestal ver buiten de gevelmuren. Bij een brand vielen brandende stukken hout op de straat en konden voorbijgangers en brandblussers getroffen worden. Sterke wind kon de gevolgen nog versterken. Eenmaal uitgebroken werd het hierdoor moeilijker een brand te blussen. In combinatie met de smalle straten vergrootte dit de kans op een vuurstorm, die grote delen van een stad plat kon branden. Tegen een eenmaal uitgebroken vuurstorm stond men toen volstrekt machteloos. Het was dan ook voor iedere poorter verplicht om twee ‘leren’ emmers in huis te hebben. 

Bron: Werkgroep Jeugd